Interview met Ton van Houten en Julius Terpstra
Ton van Houten (Zorg en Zekerheid): ‘De zorgkloof moet je in de regio dichten’
Tal van zorg- en welzijnsorganisaties in Zuid-Holland Noord hebben afgelopen maanden, onder coördinatie van Transmuralis, gewerkt aan transformatieplannen voor passende en toekomstgerichte zorg. Als grootste zorgverzekeraar in de regio is Zorg en Zekerheid nauw betrokken bij deze plannen in het kader van het Integraal Zorgakkoord (IZA). Samen met Zilveren Kruis beoordeelt Zorg en Zekerheid in de komende weken het gebundelde transformatieplan, maar bestuursvoorzitter Ton van Houten is optimistisch gestemd: “We zitten op het goede pad in Zuid-Holland Noord.”
De regionale opgave, zoals verwoord in het IZA-transformatieplan, is om de groeiende kloof tussen de zorgvraag en het zorgaanbod te dichten. Hoe nijpend is of wordt de situatie?
“Door onder meer vergrijzing neemt de zorgvraag toe, terwijl het personeelstekort ook steeds groter wordt. Als we op de huidige manier doorgaan, kunnen we die kloof niet dichten. Tegelijkertijd hebben we te maken met financiële begrenzing. We kunnen het beschikbare geld niet volledig besteden omdat er onvoldoende personeel is. Dat zegt wel iets over de situatie. Je ziet dan ook dat er in heel Nederland behoorlijk lange wachtlijsten zijn, vooral in de ggz. De opdracht van het IZA is om de zorg toekomstbestendiger te maken.”
Hoe speelt het IZA-transformatieplan daarop in?
“De uitdaging is om de toenemende zorgvraag op een andere manier in te vullen. Bijvoorbeeld door niet elke vraag een zorgvraag te laten zijn. Dat een huisarts gebruik maakt van het sociaal domein in het geval van psychosociale klachten of schuldhulpverlening. Ook kun je doelmatige afspraken maken over acute zorg. Denk aan nachtzorg in de wijkverpleging door twee of drie aangewezen organisaties. Zodoende hoef je niet eindeloos rond te bellen als organisatie en creëer je op een efficiënte manier een win-winsituatie voor iedereen.”
Waarom is gekozen voor een regionale aanpak?
“Hoewel het verkleinen van de zorgkloof een landelijke uitdaging is, moet je het in de regio aanpakken. De zorg is regionaal geordend, daar vindt de zorg plaats en kun je samen oplossingen toepassen. Door middel van plannen werken we daar aan. In 2023 in het regiobeeld en het IZA-regioplan voor Zuid-Holland Noord opgesteld en nu liggen de IZA-transformatieplannen op diverse thema’s voor. Er is in de plannen niet alleen oog voor de zorg, maar ook voor preventie en de rol van het sociaal domein. Neem Welzijn op Recept, het concept waarbij zorgverleners mensen met psychosociale klachten kunnen doorverwijzen naar een welzijnscoach. Dit passen we al toe in de regio en is ook ingebracht in het IZA-transformatieplan.
Gelukkig zijn we in Zuid-Holland Noord gezegend met een goede zorginfrastructuur. Zo zijn alle organisaties in zorg en welzijn, evenals Zorg en Zekerheid, vertegenwoordigd in Transmuralis. Niet overal is de relatie tussen de verschillende domeinen, inclusief gemeenten, zo goed als in deze regio. Overigens kunnen organisaties individueel ook een IZA-transformatieplan indienen, waar Transmuralis dan wel van op de hoogte moet zijn.”
Hoe voorkom je dat de nieuwe plannen tot meer werkdruk voor professionals leiden?
“Dat is een belangrijke vraag. Maar als je bijvoorbeeld naar de huidige overdrachtszorg kijkt, leidt dat tot werkdruk waar je niet vrolijk van wordt. Dat is te voorkomen met een aanpak die gebaseerd is op samenwerking en coördinatie. Dat zal leiden tot efficiëntere overdrachtszorg en minder kans op fouten.
Daarnaast, niet elke regio heeft een regio-organisatie zoals Rijn en Duin voor ondersteuning van eerstelijns zorgverleners op het gebied van onder meer zorgprogramma’s, de arbeidsmarkt en ICT. Ook verpleeghuizen werken al heel goed samen en hetzelfde geldt voor ziekenhuizen. Er valt nog wel winst te behalen in de verbinding tussen ziekenhuizen en de eerste lijn, maar al met al zetten we mooie stappen in Zuid-Holland Noord.”
De terugverdientijd van het IZA-transformatieplan is volgens de opstellers maximaal drie jaar en zelfs één jaar als je de effecten op de Wet langdurige zorg (Wlz) meeneemt. In hoeverre is dat belangrijk voor Zorg en Zekerheid?
“Het is uiteraard belangrijk dat er kwantitatieve en kwalitatieve effecten optreden als gevolg van het plan. Omtrent de terugverdientijd zijn we flexibeler. Het gaat om grote, impactvolle plannen die ook nog eens domeinoverstijgend zijn. Zolang maar helder is wat je van elkaar verlangt en wat je gaat doen, hoeven de plannen niet per se in drie jaar te zijn uitgevoerd. Onze horizon ligt verder. Dus is het zaak om de plannen goed en structureel te organiseren en na te denken hoe je ze blijvend kunt financieren zodat een project niet na enkele jaren instort. Uiteindelijk moeten de effecten wel meetbaar zijn, maar dat gaat verder dan de planperiode van het Integraal Zorgakkoord.”
Hoe ziet het vervolg er nu uit?
Als grootste zorgverzekeraar in de regio gaan we het IZA-transformatieplan beoordelen, waarbij Zilveren Kruis als tweede zorgverzekeraar in de regio meekijkt. Vanuit het voortraject denk ik dat het gedegen en praktische plannen zijn. Er zat enige haast bij, maar ik ben blij dat we op het goede pad zitten met elkaar.”
Julius Terpstra, wethouder gemeente Leiden: ‘Iedereen komt in beweging’
Julius Terpstra is voorzitter van de Stuurgroep IZA in Zuid-Holland Noord. Als wethouder Wonen, Bouwen en Welzijn in Leiden vertegenwoordigt hij, samen met twee andere wethouders, alle 13 gemeenten in deze regio. “Je ziet de samenwerking tussen de verschillende domeinen verbeteren nu we met elkaar aan tafel zitten.”
In het IZA is afgesproken dat gemeenten via een specifieke uitkering (SPUK) middelen krijgen om de IZA-doelen te realiseren. Dit betreft vooral activiteiten op het snijvlak van het medisch en sociaal domein en preventie. “We willen de best passende ondersteuning zo vroeg mogelijk bieden aan mensen”, zegt Terpstra daarover. “Daartoe willen we nieuwe samenwerkingsvormen tussen de verschillende domeinen tot stand brengen en is het zaak om te ‘ontkokeren’.”
Vernieuwende projecten
Vanuit IZA-SPUK zijn of worden vernieuwende projecten in de regio in gang gezet, rond thema’s als ouderen, ggz, burgerparticipatie en welzijn. Terpstra: “We ervaren dit echt als pionieren. In die projecten gaan we merken hoe de theorie in de praktijk uitpakt. De wil is er absoluut, maar ik weet zeker dat we ook tegen zaken aan gaan lopen. Dan is het zaak om daar doorheen te breken en elkaar vast te houden.”
Als voorbeeld noemt Terpstra het realiseren van een inloopvoorziening voor mensen die eenzaam zijn of mentale problemen hebben. “Hoe kun je dat samen organiseren en financieren? Dat soort vragen worden uitgewerkt.”
Spannend
De domeinoverstijgende samenwerking als gevolg van het IZA-transformatieplan noemt de Leidse wethouder ‘de grote winst van het hele traject’. “Op voorhand was ik best sceptisch wat er van alle grote plannen terecht zou komen. Maar je ziet de samenwerking verbeteren nu we met elkaar aan tafel zitten. Sociaal werkorganisaties vinden GGZ-partners nu bijvoorbeeld makkelijker. Door het transformatieplan bespreken partijen onderling hoe ondersteuning zo goed mogelijk vormgegeven kan worden. Iedereen komt in beweging. Ik ben daar best trots op.”
De verschuiving van de zorg naar het sociaal domein, zoals ook beschreven in het IZA-transformatieplan, is ‘best spannend’ voor gemeenten, aldus Terpstra. “Vooral wat betreft de werkwijze en de financiering. Maar er is een visie waar we naartoe willen. Met de steun van Zorg en Zekerheid en andere betrokken partijen heb ik er vertrouwen in dat we dit traject aankunnen.”