Samen uitproberen wat er nog wel mogelijk is en daarbij niet altijd de gebaande paden betreden. Daarover sprak ik met fysiotherapeut en eigenaar van Cordesfysio Jeroen Cordes en een van zijn patiënten, John Belt, die twee keer in de week de praktijk bezoekt voor therapie.
“Een kop koffie in een luie stoel smaakt beter dan in een rolstoel”
In de regio Zuid-Holland Noord wordt hard gewerkt aan het verenigen van eerstelijns neuropraktijken (logo, fysio, ergo), oftewel Neuronet ZHN. Er zal op korte termijn aangesloten worden bij het bestaande Neuronet Haaglanden. Zo zijn gespecialiseerde eerstelijns praktijken makkelijker te vinden en vormen zij tevens een kennisnetwerk. In dit artikel leest u daar meer over. Ik ging alvast een kijkje nemen bij zo’n praktijk en was om diverse redenen behoorlijk onder de indruk.Wat gelijk opvalt als je de (nieuwe) praktijk binnenkomt, is dat er aan het plafond een stellage hangt. Het blijkt een dynamische tilrobot te zijn die het mogelijk maakt om ondersteund te lopen over een afstand van 15 meter. Dat lopen kan in combinatie met een traject boven de loopband, in de vrije ruimte of in de loopbrug.
Ik maak kennis met John en zijn vrouw, die ook net arriveren. John vertelt dat eind 2019 zijn benen van de een op de andere dag verlamd raakten als gevolg van een oncologische dwarslaesie. Na ziekenhuisopname en verblijf op een revalidatieafdeling proberen John en zijn vrouw thuis aan verder herstel te werken. Het wordt mij al snel duidelijk dat de bezoeken die zij daarnaast twee keer per week brengen aan Cordesfysio meer dan alleen een fysiek effect hebben.
Jeroen legt uit dat de doelstelling van de neurorevalidatie het herwinnen van de (als gevolg van zenuwschade) verloren functie is, naast het voorkomen van complicaties en voorkomen van verdere terugval. Dit zelfs na de termijn van een jaar waarin herstel van zenuwweefsel niet meer te verwachten is. Door bijvoorbeeld langdurige inactiviteit, zoals rolstoelgebondenheid, kunnen functies of vaardigheden verloren gaan die vervolgens weer aangeleerd kunnen worden.
John is het levende bewijs dat de bezoeken aan de praktijk - naast de fysieke effecten - een enorm effect hebben op het (mentale) welbevinden. De inspanning die hij moet leveren om zichzelf fysiek staande te houden en zich voort te bewegen met behulp van de robot is duidelijk zichtbaar. Voetje voor voetje met gefronste wenkbrauwen van het nadenken over de volgende actie legt hij het traject in de loopbrug af, hangend in de til-robot. Toch straalt hij als hij vertelt dat hij er de hele week naar uitkijkt om te komen. Hij merkt hoe de therapie en het werken aan zijn gezondheid hem voor een deel zijn autonomie weer terug geeft. Tijdens de bezoeken aan de praktijk krijgt hij bovendien meer zicht op wat er allemaal nog wél mogelijk is en hij benadrukt hoe geweldig dat is. “Een kop koffie in mijn luie stoel smaakt veel beter dan in mijn rolstoel. Ik kan dat nu weer en geniet daarvan”. Jeroen geeft aan hoe belangrijk het is om je als therapeut in te leven in de (on)mogelijkheden, wensen en beperkingen van de patiënt en daarbij vertrouwen in de therapie te wekken. Zo kunnen ze samen motivatie opbouwen om te experimenteren met het opzoeken van grenzen en die waar mogelijk te verleggen.
John vertelt dat zijn vrouw en hij er eigenlijk vanuit waren gegaan dat er weinig meer mogelijk was omdat dat de boodschap was die ze gekregen hadden. De benen zouden het niet meer gaan doen. Door te trainen met behulp van de til-robot en het gebruik van Motomed, een bewegingstrainer met een biofeedback systeem (waarbij kramp en spasmen gedetecteerd worden), kan hij nu veel meer dan een paar maanden geleden.
Al deze techniek, en de mogelijkheid daarvan gebruik te maken als je thuis woont, leidt niet alleen tot fysieke verbeteringen. Het heeft ook een enorme impact op het welbevinden van zowel de patiënt als zijn vrouw. Het motiveert, geeft hoop en autonomie. Overigens is dat de reden dat Jeroen hiervoor gekozen heeft: Op deze wijze het leven van patiënten significant te kunnen verbeteren. Ik krijg de indruk dat dit bij deze patiënt in elk geval lukt.
Jeroen geeft aan dat het belangrijk is om als therapeut open te staan voor het experimenteren met therapievormen. De aangeleerde trucjes zijn niet altijd voldoende; het is belangrijk om ook buiten de bestaande kaders te denken. Oftewel: een combinatie van gezond verstand en aanwezige kennis want; elke patiënt is uniek!