Vakantietijd. Misschien moet ik deze zomer maar naar Babylonië om me te laten inspireren. Want als er iets opvalt in de transmurale samenwerking, is dat het woordgebruik. Dezelfde woorden voor verschillende dingen, verschillende woorden voor dezelfde dingen. Is iemand patiënt, cliënt of zorgvrager? Daarover praten we al een tijdje bij Transmuralis. Hans van Ommeren, projectleider CVRM en Laura Vrijenhoef, netwerkcoördinator dementie bloggen er zelfs over. Wat vind jij? Praat mee via onze LinkedIngroep. Alleen door onze achterliggende gedachten uit te spreken, gaan we elkaar beter verstaan, en er is meer
Hans van Ommeren vraagt zich af of de naam - patiënt, cliënt of zorgvrager - iets zegt over de positie van klant en leverancier ten opzichte van elkaar. ‘Cliënt’ klinkt zelfstandiger dan ‘patiënt’ dat afhankelijkheid van de zorgverlener impliceert. Laura Vrijenhoef pleit daarnaast voor ruimte voor eigen regie en keuzes. Uit eigen ervaring schrijft ze: ‘Als ik afhankelijk ben van de kundigheid van anderen op medisch gebied, ben ik graag patiënt. Ik kies er dan voor om door hen geholpen te worden. De regie van die keuze blijft bij mij. Maar als patiënt zijn betekent dat een ander zich het recht toe-eigent om te bepalen wat ik wel of niet mag en mij daarin geen keuze laat, ook al is dat vanuit vriendelijke zorgzaamheid, dan pas ik. Dat is waarom ik overwegend liever cliënt ben. De klant is immers wel altijd koning, toch?’
De vraag is dus: welke woorden gebruik je? Bij het ministerie van VWS, mijn vorige werkgever, was de woordkeuze belangrijk; die moest passen bij de politieke kleur van de bewindsvoerders. Nu, bij Transmuralis, neem ik die ervaring mee. Misschien maakt het niet uit welke woorden we gebruiken. Misschien gaat het erom dat we doorvragen naar de achterliggende gedachten. Want die spelen een rol. Het RIVM heeft in haar laatst uitgebrachte Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV2014) een mooie voorzet gedaan. In vier perspectieven op de toekomst laten ze zien dat andere overtuigingen ook een andere invulling geeft aan woorden. Download hier de link.
• Op en top gezond
Je bent gezond als je geen ziekte hebt. Bij zorg denk je aan preventie en aan genezing. Zorg is goed als ziekten worden genezen en vroegtijdig overlijden wordt voorkomen.
• Iedereen doet mee
Het gaat goed met je als je meedoet. Zorg is breder dan medische zorg, ook welzijnswerk en arbodiensten vallen hieronder. Zorg is goed als mensen daardoor kunnen participeren. Dat geldt vooral voor de maatschappelijk zwakkeren.
• Heft in eigen handen
Gezondheid betekent vooral ‘kwaliteit van leven’. Wat dat precies inhoudt bepaalt iedereen voor zichzelf. Zorg is een breed begrip, ook alternatieve geneeswijzen en life coaches kunnen hieronder vallen. Zorg is goed als de patiënt tevreden is.
• Gezonde welvaart
Je bent gezond als je geen zorguitgaven vergoed krijgt. Gezondheid wordt versmald tot noodzakelijke zorg, betaald uit collectieve middelen. Zorg is goed als deze zinnig en zuinig is.
Maar toch. Er moet een woord zijn dat voor al deze overtuigingen van toepassing is. Vooralsnog kies ik voor ‘zorgvrager’, of die nu vraagt om maximale gezondheid of om kwaliteit van leven. Maar ik ken mensen die moeite hebben met dit woord. Ik nodig je graag uit om hierover van gedachten te wisselen via onze LinkedIngroep.
Wat vind jij?
Loes