Maaike zwartwitDie vraag is me de afgelopen maanden vaak gesteld. Normaal zou ik zo’n vraag relatief simpel beantwoorden met bijvoorbeeld  “goed” of  “zoals ik bedacht had”.  Ik heb deze vraag echter niet eenmaal hetzelfde beantwoord.

Allereerst is daar de wens van de patiënt. Altijd het uitgangspunt in de zorg, maar bij deze specifieke tak van zorg het ultieme vertrekpunt in de zorgverlening. Maar juist vanwege de kwetsbaarheid in de laatste levensfase komen de wensen niet altijd boven tafel.  

Dan is er de organisatie van zorg. Hoe zorg je ervoor dat de patiënt rimpelloos door de verschillende  settingen in de zorg stroomt en het duidelijk is wie de patiënt helpt bij het nemen van de regie? Hoe zorgen we ervoor dat de juiste informatie op het juiste moment op de juiste plek beschikbaar is? Hoe weten zorgverleners elkaar te vinden als dit nodig is? Uitdagingen voldoende!

De overheid heeft palliatieve zorg als generalistische zorg gekenmerkt: alle zorgverleners (huisartsen, verpleegkundigen, verpleeg- en verzorgingshuizen alsmede de ziekenhuizen) moeten de kennis en kunde in huis hebben om goede palliatieve zorg te kunnen verlenen. Waar nodig, moet specialistische kennis snel beschikbaar zijn. Dat alles betekent nogal wat voor de dagelijkse praktijk, maar ook voor de ontwikkeling van scholingsprogramma’s en deskundigheidsbevordering.  

De financiering van de palliatieve zorg is dit jaar gewijzigd en dat heeft kansen maar ook knelpunten opgeleverd. De indicatiestelling van de WLZ en de ZVW en de overgang daartussen verloopt zeker niet vlekkeloos. De coördinatoren van de netwerken maken deze knelpunten inzichtelijk via hun beroepsvertegenwoordiging Fibula, maar de grootste rol is weggelegd voor de besturen van de zorgorganisaties om hun beroepsvertegenwoordiging hierop te attenderen en het gesprek aan te gaan met VWS over een meer passende en flexibele oplossing.

Uit internationale onderzoeken blijkt dat de palliatieve zorg in Nederland van hoog niveau is. Er is echter ook nog veel verbetering mogelijk. Naast de lokale en regionale innovaties zal het Nationaal Programma Palliatieve Zorg hier vast en zeker aan bijdragen. Ik hoop dat het netwerk Zuid-Holland Noord een belangrijke bijdrage zal kunnen leveren aan nieuwe initiatieven.

Het meest opvallende aan de palliatieve zorg vind ik echter de betrokkenheid van zorgverleners. Ik ben mijn hele loopbaan onder de indruk geweest van de toewijding van zorgverleners, maar de passie die ik nu ervaar heeft me op verschillende momenten kippenvel gegeven. Ik bedoel hier trouwens ook de belangrijke partners als de mantelzorgers en de vrijwillige thuiszorg mee. Mantelzorgers kunnen m.i. echt het verschil maken in de palliatieve fase, maar ook voor hen is het een inspannende en vaak emotionele periode. Wat is het fijn dat vrijwilligers extra steun kunnen bieden, zodat deze fase voor iedereen zo goed mogelijk verloopt. Wat een mooie mensen allemaal!

Kortom, als ik antwoord wil geven op de vraag hoe ik mijn baan vind in deze bijzondere sector dan is dat uitdagend en innovatief, maar bovenal inspireert het me om met zulke gepassioneerde mensen te werken!